In 1850 richt Charles Halphen in Parijs zijn fabriek voor zilverwerk op. Als basis voor de verzilverde lijnen van deze fabriek werd het "Alfenide metaal" gebruikt, wat duidelijk een speling is op de naam van de oprichter. Het betrof hier een legering van koper, nikkel en zinc, welk door haar zilverachtige glans perfect was als basismetaal in tegenstelling tot het tot dan toe nog steeds gangbare messing en koper (wat een geel-rode glans heeft).

Het zilverhuis Christofle gaat een samenwerking aan met Halphen, waarin Christofle de ontwerpen maakt, Halphen de delen vervaardigd uit haar Alfenide, en deze vervolgens door Christofle worden verzilverd en onder de naam Alfenide op de markt gebracht. Dit bracht Christofle de gelegenheid om een breder marktsegment aan te snijden, en verschafte Halphen van brood. 

Na de dood van Halphen nam zijn weduwe het roer over. In 1888 neemt Christofle de fabriek uiteindelijk over, en blijft hierbij bestekdelen onder de Alfenide-lijn uitbrengen tot rond de tweede wereldoorlog. Hoewel het niet erg bekend is, zijn deze delen dus onlosmakelijk verbonden met de naam Christofle. Met haar fraaie ontwerpen en uitstekende kwaliteit blijft Alfenide een keurmerk voor chique gedekte tafels. De delen worden tegenwoordig niet meer gemaakt.